Voetbal als metafoor: scoren als team

Hoe houd je de cultuur goed als je in elf jaar tijd groeit van nul naar ruim honderd medewerkers? Het Almelose Food Connect vond een metafoor in het voetbal, waar alle spelers even belangrijk zijn en het publiek (de klant) als je het goed doet je fan. ‘Wij vinden het heel normaal wat we doen.’

Tekst: Ben Kuiken, journalist en auteur ‘De laatste manager’.

‘Dit is onze linkermiddenvelder,’ zegt Benno Schildkamp als we in de gang van Food Connect een medewerker tegenkomen. ‘Hij was eerst linksachter, toen linksbuiten, maar hij heeft uiteindelijk toch gekozen voor een rol op de as van het veld.’ De medewerker krijgt een brede grijns op zijn gezicht, geeft een hand en loopt door. ‘Kijk, dat is het, hè: die jongens begrijpen meteen waar je het over hebt en ze zijn trots dat ze een belangrijke rol vervullen in het bedrijf.’ Al pratende opent Schildkamp een grote schuifdeur naar een koelruimte. Een vrouw in een dikke winterjas, een muts op haar hoofd en grote wanten aan haar handen staat er dozen uit te pakken. ‘Het is hier achttien graden onder nul,’ legt Schildkamp uit. ‘Ik vind dat ik overal in het bedrijf een dag mee moet lopen, maar dat is echt koud, kan ik je verzekeren. Na een uur begon ik me al af te vragen of het niet eens tijd voor een pauze was. Als je hier kunt werken, heb ik daar echt diep respect voor.’ Als we weer in de warme gang staan, zegt hij: ‘In de meeste organisaties staan die mensen dus helemaal onderaan de ladder. Bij ons staan ze in de verdediging en zijn ze net zo belangrijk als de spitsen of de middenvelders.’

Schildkamp gebruikt voetbal als metafoor voor het bedrijf waar hij mede-directeur van is, Food Connect. Hij schreef er zelfs een boek over, Voetballend ondernemen, en geeft er lezingen over. Oud-doelman Hans van Breukelen noemde het een van de indrukwekkendste verhalen die hij in jaren had gehoord. ‘Wij vinden het heel normaal, wat we doen,’ zegt mede-directeur en statutair eigenaar van Food Connect Wim Swier, ‘maar dat is het kennelijk toch niet.’ Swier begon zijn loopbaan als topkok, werkte een aantal jaren voor Profood van Johma-oprichter Johan Schreur en begon in 2001 vanuit zijn garage samen met zijn vrouw een eigen maaltijdservice. Het bedrijf groeide hard, zeker toen Swier de keuze maakte om de maaltijden ook helemaal zelf te gaan produceren. ‘We groeiden in één klap van vijftig naar honderd man. Hoe organiseer je dat? Ik denk dat de meeste ondernemers daarin vastlopen.’

Machinebureaucratie

Nu had Schildkamp tijdens zijn bedrijfseconomische opleiding de organisatiemodellen van Mintzberg gehad, maar daar herkende hij zich totaal niet in. ‘Een student van de Hogeschool die bij ons stage liep stelde vast dat wij een ‘machinebureaucratie’ zouden zijn, maar voor mijn gevoel klopte daar niets van. Het stond zover af van hoe wij met elkaar omgaan. In onze ogen is iedereen gelijkwaardig, en zijn er helemaal geen rangen en standen bij Food Connect. Dus was ik op zoek naar iets anders.’ Dat andere kwam toen Schildkamp zijn zoontjes meenam naar het stadion van voetbalclub FC Twente. ‘Die jongens waren daar zo vol van, en ’s avonds maakten ze een tekening van een stadion. Toen dacht ik: dat is het: de organisatie als stadion.’

Een van de voordelen van deze metafoor was dat er ruimte is voor de klant. ‘In de meeste organisatiemodellen speelt die geen enkele rol, maar in het stadion is de klant het publiek dat op het veld kijkt naar de verrichtingen van het team. En als je goed speelt, zijn het je fans.’ Een ander voordeel van het model is dat iedereen een even belangrijke rol speelt: ‘Je hebt verdedigers en aanvallers, verzorgers en de terreinknecht, de kaartverkoop en de coach. En iedereen is even belangrijk voor de prestaties van het team. Als een van hen niet goed functioneert, draait het hele team niet lekker.’ Als een speler niet tot zijn recht komt in een bepaalde positie, kun je hem of haar wisselen en op een andere positie proberen. ‘We hebben mensen die al vier keer gewisseld zijn van functie,’ vertelt Swier. ‘Zo hebben we een kok die ooit begonnen is als chauffeur…’ ‘Die is van keeper naar de linksback positie verhuisd,’ zegt Schildkamp. Swier weer: ‘…hij komt nu helemaal tot zijn recht. Als je ergens zelf voor kiest, dan ga je ervoor. Je bent gemotiveerd om te leren, wordt er steeds beter in en dan wordt het steeds leuker.’

Trots

‘We werken heel erg aan de power of pride,’ vervolgt Swier, ‘aan de kracht van trots. We doen het met elkaar en niemand is meer of minder dan een ander, ook wij niet. We willen graag dat ze de maaltijden netjes inscheppen en zich houden aan de hygiëneregels, niet omdat wij dat willen of omdat de Inspectie dat voorschrijft, maar omdat ze zelf vinden dat het zo moet.’ Schildkamp: ‘Een bekende voetbalwijsheid is dat je zo goed bent als je laatste wedstrijd. Je kunt nog zulke mooie verhalen hebben, maar je moet het wel waarmaken, natuurlijk. Elke dag weer.’

Voor Schildkamp en Swier is het allemaal de normaalste zaak van de wereld:. Schildkamp: ‘We spelen geen rol, zo zijn we gewoon. Doe maar gewoon. Iemand vroeg mij laatst hoe hoog ons verzuim is. Ik zei: “Ik heb geen idee, maar ik weet wel hoeveel mensen er ziek zijn.” Of het aantal FTE’s; Foute TElling noem ik dat. We hebben geen FTE’s, we hebben honderdvijftien mensen op de loonlijst, honderdvijftien gezinnen die we voeden en honderdvijftien kerspakketten die we elk jaar bezorgen.’

Bedrijf? Food Connect

Waar? Almelo

Activiteit? Maaltijdservice

Aantal medewerkers? 115

Wat? Voetbal(stadion) als organisatiemodel, platte organisatie, trots